Franco-Mendès, Jacques

Amsterdam, 1812
Parijs, 22 augustus 1889

Jacques Franco-Mendès stamt uit een Portugese familie die zich in vroegere tijden in Amsterdam gevestigd had.
Als zijn eerste celloleraar vermelden de bronnen ene Prager of Präger (Praeger), ongetwijfeld een familielid van de musici Heinrich Aloys Praeger (Amsterdam 1783 – Magdeburg 1854) en diens zoon Ferdinand Praeger (Leipzig 1815 – Londen 1891). Vanaf 1829 studeert hij in Wenen bij Joseph Merk (1895-1852), die bevriend was met Schubert en aan wie Chopin zijn Introduction et Polonaise brillante opus 3 opdroeg. Merk was van 1823 tot 1848 professor aan het Konservatorium van Wenen en als meest opvallende eigenschap van zijn spel gold de vocale kwaliteit ervan.
In 1831 maakt Jacques met zijn broer Joseph (1816-1841), violist, een concertreis naar Londen en Parijs en in 1833 naar Frankfurt, Leipzig en Dresden. Vanaf 1836 is hij weer in Parijs te vinden. Na de vroegtijdige dood van Joseph in 1841 leeft hij enkele jaren teruggetrokken in Amsterdam, maar in 1845 begint hij weer op te treden. In 1860 vestigt hij zich definitief in Parijs.
In 1834 werd hij onderscheiden als Hofcellist des Konings, een eer die ook zijn Parijse landgenoten Alexander Batta en Joseph Hollman te beurt zou vallen. Zijn Troisième grand concerto, uitgegeven in 1879, is opgedragen “A Sa Majesté Guillaume III, Roi des Pays-Bas” en een Boléro, eveneens verschenen in 1879, “A Sa Majesté La Reine Emma des Pays-Bas”. 1879 was het jaar waarin Emma Koning Willem III huwde en dus koningin werd.De Parijse Revue et Gazette musicale kondigt de tweede kwartetmatinée aan die Jacques en Joseph op zondag 14 februari 1841 organiseren met medewerking van de violist Guerreau en de altist Faucheux. Het programma bestaat uit een nieuw strijkkwartet van Joseph, het 35e strijkkwartet van Haydn, de Lucia-Fantaisie van Jacques en de grote sonate in a voor piano en viool van Beethoven, die Joseph uitvoert met de virtuoze pianist Litolff. Het programma van het vijfde concert vermeldt het eerste strijkkwintet van Spohr, het veertiende strijkkwartet van Beethoven en, in samenwerking met de pianist Doehler, het pianotrio in Es (eerste openbare uitvoering) van Schubert.
Een jaar eerder plaatste de Revue et Gazette musicale al een lovende kritiek over enkele van Franco-Mendès’ composities: de Variations sur un thème original, de Variations brillantes sur un motif de Bellini en de Fantaisie pour violon et violoncelle sur des motifs de Zampa (samen met Joseph). En op 14 augustus 1842 verschijnt, eveneens in de Revue et Gazette musicale een artikel van vier kantjes naar aanleiding van twee strijkkwartetten (no’s 2 en 4), een duo voor twee celli en een élégie: “Tout le monde connaît M. Jacques Franco-Mendèz pour un de nos premiers violoncellistes”; “…, nous sommes heureux de signaler M. Franco-Mendèz comme un compositeur plein d’avenir”.
Een kleine twintig jaar later, op 3 juli 1861, schrijft Hector Berlioz in het Journal des débats: “Croiriez-vous qu’on donnait encore des concerts à Paris, et de beaux concerts, au mois dernier? Parmi ces séances ardentes, il faut citer celle que M. Jacques Franco-Mendèz, le violoncelliste solo du roi des Pays-Bas, a donné dans les salons de bains de Tivoli. Cet exemple devrait être suivi, en ce temps d’ardeurs caniculaires on ne peut mieux faire, pour donner un concert, que de prendre une salle de bains. L’auditoire, composé de vrais amateurs de musique et non point de baigneurs ennuyés, a su apprécier les nuances les plus délicates du talent du virtuose et la valeur réelle de ses compositions, parmi lesquelles on a remarqué un quintette pour deux violons, alto et deux violoncelles, une charmante mélodie intitulée l’Espoir, un bolero plein de verve, et un délicieux air de ballet. Plusieurs compositions de différens caractères pour le violoncelle ont en outre été exécutées avec le plus grand succès par le virtuose bénéficiaire…. il y avait bénéfice”.

De Bibliothèque national de France bezit de volgende composities voor cello en piano:
Variations sur un thème original pour le violoncelle avec accompagnement de piano opus 17 [A. Meissonnier & J.L. Heugel, z.j.]
Fantaisie sur des motifs de Lucie de Lammermoor pour le violoncelle avec accompagnement de piano opus 34 [Bernard Latte, 1841]
Fantaisie pour violoncelle avec accompagnement de piano sur la ‘Donna del lago’ de Rossini opus 36 [Mme Lemoine, 1843]
Impromptu solo pour violoncelle avec accompagnement de piano opus 42 [S. Richault, 1855] (ook in het bezit van SCN)
Rêverie solo pour violoncelle avec accompagnement de piano opus 53 [S. Richault, 1856]
Nocturne pour violoncelle avec accompagnement de piano opus 55 [S. Richault, 1855]
Boléro pour violoncelle avec accompagnement de piano opus 67 [H. Lemoine, 1879] (ook legaal te downloaden op ISMLP/Petrucci)
En ook: Troisième grand concerto pour violoncelle avec accompagnement de piano ou orchestre opus 46 [Henry Lemoine, 1879] (ook legaal te downloaden op ISMLP/Petrucci)

Verder vermelden bronnen, afgezien van boven al geciteerde werken:
Fantaisie opus 33 [Troupenas, 1839]
2 Mélodies opus 43 [Roothaan]
Adagio opus 48 (er staat ook een Mélodie vermeld onder opusnummer 48)
en, op het gebied van kamermuziek, twee strijkkwintetten.

De Franse cellist Christophe Coin heeft de afgelopen jaren twee composities van Jacques Franco-Mendèz uitgevoerd: het Celloconcert no.1 in d, opgedragen aan de Franse koning Louis Philippe, en, samen met violist Gilles Colliard, het Grand duo concertant sur la Dame Blanche.

 

(17 juni 2016)