Rotterdam, 2 september 1869
Amsterdam, 20 mei 1963
Johan (Johannes) Berghout is de vader van Theo Berghout, Henk Berghout en harpiste Phia Berghout (1909-1993). Hij gaf viool- en pianoles en was werkzaam als koordirigent. Als componist heeft hij een zeer omvangrijk oeuvre nagelaten, dat deels is uitgegeven. Naast werken voor koor en voor orkest (waaronder Avondmuziek voor klein orkest met obligaat violoncello solo, 1942, opgedragen aan zijn zoon Henk, en een Concert in G voor cello en strijkorkest, eveneens opgedragen aan Henk), schreef hij een groot aantal werken voor kleine bezetting. Daaronder bevinden zich veel liederen, vaak op Nederlandse gedichten, en duoās met piano. Hiervan hebben er veel een versie voor zowel viool als voor cello, wat wel te verklaren zal zijn door het feit dat zijn zonen respectievelijk violist en cellist waren.
In druk verschenen (vaak bij Augener):
Billet-doux opus 9 (voor mandoline, of viool of cello)
Four childrenās pieces opus 24
Kinderstücke opus 26 (de cellostem geschreven in de eerste positie)
Sonatine opus 34
Drie intermezzi opus 54: ErzƤhlung, Lied, Andante amoroso
Avondmuziek, 1956 (met piano of orgel)
Van de volgende werken zijn op dit ogenblik geen gedrukte uitgaven bekend:
Kleine fantasie
PensƩe, 1926
Spoorreis-Souvenir, 1928 (ontstaan op het traject Utrecht-Gouda)
Sonate in c, 1946
Twee impromptus, 1951
Winterbloempje, 1953
Menuet, 1954
Reverie, 1954
Twee stukjes, 1959: Albumblaadje, Scherzino
vindplaats: Nederlands Muziek Instituut.
Sinds juli 2016 zijn de resultaten van recente naspeuringen naar Johan,Ā Theo enĀ Henk Berghout terug te vinden op de aan ieder van hen gewijde wikipediapaginaās.
(oktober 2012, geactualiseerd inĀ augustus 2016)